Kwallen en zakken - Reisverslag uit Lintha, Myanmar van Yvonne Dijk - WaarBenJij.nu Kwallen en zakken - Reisverslag uit Lintha, Myanmar van Yvonne Dijk - WaarBenJij.nu

Kwallen en zakken

Blijf op de hoogte en volg Yvonne

17 Januari 2013 | Myanmar, Lintha

Het theehuis aan de overkant bestaat uit gezellige, blauwe plastic stoelen, tafeltjes met roze nep orchideeën, een grote tv waarvan de volume knop het helaas prima doet en een vuurtje voor de deur, waar iedere avond ijverig op wordt gekookt. De kok draagt een longhi en een pinguïnmuts, waarvan hij het lange uiteinde om zijn nek heen knoopt. Voor hem is het, ondanks dat hij met z'n hoofd boven de bakplaat hangt, koud. Van een enorme bal deeg maakt hij een soort pannenkoeken, die hij laag voor laag uit elkaar trekt, zodat er dunne loempiavellen ontstaan. De vrouwen vullen de pakketjes met een lekker groentenmengsel en vouwen er driehoekjes of loempia's van. Origami op topniveau. Iedere dag gaan ze vers in de frituur. Dit theehuis is 'the place to be' van het hele dorp. Hier spreek je af met je vrienden, neem je de week door en drinkt een sapje of een biertje. Het gros gaat zover mogelijk bij de tv vandaan zitten, omdat communicatie anders onmogelijk is. Alleen de oude man die iedere avond begint met 'Ni kaunla?' (Hoe gaat het?) en we Niko noemen, zit pal voor het grote scherm. Niko is zo doof als een kwartel en herkent ons pas wanneer we recht voor z'n neus staan. Zwaaien vanaf de overkant heeft geen enkele zin. 'S ochtends vroeg doet Niko waarschijnlijk ochtendgymnastiek op Gangnam style. Wat een lawaai. Op het strand is iedereen al lang wakker. De eerste vissersboten komen rond 5 uur al terug, de laatsten zijn voor 9 uur binnen. Alle vis wordt met emmers van boord gehaald. De grote worden aan hun staartvin het droge op getild. De vangst wordt uitgestald op het strand en het is een drukte van belang, met vissers, vrouwen die de vis sorteren en verkopen, de kopers, kinderen, honden die proberen een restje mee te pikken en taxi's, vrachtwagens en tuktuks die de vis moeten vervoeren. De grote vis blijkt makreel te zijn. Alles gaat direct door naar China, het gevaarlijke, slimme buurland, dat misbruik maakt van de onwetendheid van dit achtergestelde land. China zuigt dit land langzaam leeg. Als een bloedzuiger die pas loslaat als ie verzadigd is. Niet alleen de vis, maar ook grondstoffen verdwijnen allemaal naar deze parasiet.

Om 10 uur is het strand weer leeg, alsof er niets gebeurd is. Wij zitten inmiddels al lekker op een bootje, zonder vis, wel met snorkel. De zee is vlak en helder, sommigen stukken kijken we zo naar de bodem en het uitzicht is super. Vanaf het water is het nog duidelijker hoe uitgestrekt de kustlijn is, met nog vele lege paradijselijke stranden. Met snorkel en zwemvliezen spring ik in het water. Zo mooi als Ngapali boven water is, zo lelijk is het onder water. Een berg kleurloze stenen, een verdwaald stuk koraal, wat scholen vissen, plastic zakken en kwallen. Ik heb het snel gezien en ga terug op de boot, zodat we een stuk verder kunnen varen. De tweede stop is niet veel beter. Behalve nog meer kwallen en zakken, is er verder niets te zien. Ik zie de doorzichtige dingen overal om me heen zweven en word er een beetje panisch van. Geen flauw idee of die kwallen steken of irriteren. Het snorkeltochtje wordt pas interessant wanneer ons bootmannetje in het water springt. Hij heeft zo'n lekkere ouderwetse duikbril en een harpoen in z'n hand. Hij gaat vissen. Ik zwem met hem mee en zie hoe hij behendig onder water achter een school vissen aan gaat. Hij prikt met z'n harpoen en heeft zowaar beet. Het beest kronkelt nog wat na, wanneer hij de vis van de stok afhaalt, en hij rijgt hem door z'n kieuw aan een touwtje. Met een hap adem verdwijnt hij weer onder water. Binnen enkele minuten heeft hij weer beet. Na vijf vissen, geeft hij mij het touwtje. Of ik ze even beet kan houden. De laatste vis is het hier duidelijk niet mee eens en hapt zich met zijn laatste krachten nog even richting mijn vingers. Van schrik laat ik los, maar de vis kan niet meer ontkomen aan z'n gruwelijke einde. Na acht vissen vindt het bootmannetje dat we genoeg hebben voor de lunch. Op het achterdek sputtert de laatste vis nog wat tegen. We worden gedropt op een idyllisch strandje met prachtig uitzicht, palmbomen en één restaurantje. De keuze is coconut of coca cola, en onze vis gaat direct op de bbq. Een kokosnoot met verse vis en een banaantje als toetje. Wat een leven.
Er loopt nog geen weg naar dit strandje, dus alles wordt per boot aangeleverd, ook de bouwmaterialen. We lopen een stuk over het verlaten strand en komen langs een groepje vrouwen, die met hun kinderen grote stenen klein zitten te hakken met een hamer. Deze kleine stenen worden gebruikt voor de weg. Op deze paradijselijke bestemming wordt gewoon keihard gewerkt. Voor een grote mand stenen krijgen zij slecht 600 kyats, zo'n 60 cent. Wanneer ze doorwerken kunnen ze vijf manden op een dag doen. De tegenstelling is zo groot; wij genieten van vers gevangen vis, terwijl zij hier bezig zijn met steentjes voor de weg, die waarschijnlijk alleen voor toeristen aangelegd wordt. We kunnen niet veel doen, maar kopen symbolisch van iedere vrouw twee manden stenen. Dan hoeven ze vandaag iets minder hard te werken. We varen terug en pikken onderweg nog even een vissersbootje op met pech. Met een touw slepen we de boot naar de kust, waar we onze weg vervolgen. Het was een mooi tochtje.

Aangezien er vanmorgen niet gewerkt is, moeten we vanmiddag aan de bak. We lopen het dorp in. Onverharde paadjes lopen tussen de huizen door. Aan de kant van de weg staan de huizen van hardhout. Daarachter de hutjes van bamboe. Her en der nemen we wat foto's. Hier zijn wij nog onbekenden, dus moeten we brutaal zijn om kinderen van dichtbij op de foto te krijgen. De truc is om eerst van een afstandje een foto te nemen, dan op het schermpje laten zien, om vervolgens een close up te nemen. We worden er steeds bedrevener in en zijn de gène om bij iemand in de tuin te stappen ook redelijk kwijt. We weten dat de reactie op het resultaat altijd positief is. Soms verdringen kinderen zich voor mijn lens. Ze snappen er niets van en denken dat als ze goed kijken, kunnen zien hoe het werkt. Soms zitten de ogen bijna in m'n lens en vingertjes zitten aan knopjes waar ze beter niet aan kunnen zitten. Het is een heel georganiseer om ze één voor één op de foto te krijgen en te voorkomen dat er weer een brutaaltje voor springt. Iedere keer weer verbaast het me hoe groezelig de kindjes eruit kunnen zien. kapotte kleren, pikzwart, vieze haren en vaak blote billen.

Een straat verder ligt een klooster. De jonge monniken springen uit de struiken. Ze lopen met ons mee en laten het klooster zien. Het is een oud gebouw met een prachtig bewerkt puntdak. Het doet me denken aan de Efteling. De jonge monnik opent het hek en laat ons het enorme Boeddha beeld zien. Hier bidden ze iedere ochtend. De pilaren zijn bewerkt met kleine stukjes gekleurd glas. Hij vertelt dat dit zeker honderd jaar oud is. Het andere gebouw is de plek waar ze wonen. Een groot houten gebouw, waar we welkom worden geheten door de oppermonnik. De oppermonnik is een oude, bedeesde man. We zetten onze slippers onderaan de houten trap en nemen plaats op de vloer. We doneren geld en vragen of de jongens wel eens voetballen en halen een oranje voetbal uit de tas. Hij roept de jongens en we gaan naar buiten, waar ze hun pij direct opknopen tot korte broek. Op blote voeten rennen ze achter de oranje bal aan over het veld. We maken nog even een teamfoto. Met ons fotoproject zijn we hier wat terughoudender, omdat we niet weten of de monniken persoonlijke spullen, in dit geval een foto, mogen hebben. De bal heeft in ieder geval een mooie bestemming gekregen.
Het weggetje richting strand, bestaat zo mogelijk uit nog kleinere huisjes. Kindjes worden buiten gewassen en alle kleding die zij hebben ligt op het rieten dak te drogen. Mensen zijn wat terughoudender, waardoor we slechts enkele kinderen kunnen vastleggen. Ook het licht belemmert ons om nog goede foto's te kunnen maken. Tussen de palmbomen door, zie ik de zon ondergaan. Anemoon is druk in gesprek met een jongetje dat zijn Engels wilt oefenen. Hij ratelt keurig op wat hij op school heeft geleerd. Je ziet zijn hersenen kraken als er iets gevraagd wordt wat niet in z'n boek voorkomt. Vanavond wordt het overwerken. De kantoortijden zijn gewijzigd, we printen tot laat.

We hebben besloten de lokale economie te steunen, door bij ieder vrouwtje op het strand wat armbandjes te kopen. We starten met zes, en bij de buurvrouw weer zes, en iedere keer moeten we opnieuw onderhandelen over de prijs. Het strand is lang, het aantal verkoopsters meer dan gedacht. Na zestig stuks houden we t voor gezien en trakteren onszelf op een vers fruitsapje. Naast ons neemt George Clooney plaats. Vanachter z'n donkere zonnebril bestudeert hij ons en heeft de briljante openingszin: 'it's a beautifull day today'. Het is iedere dag hier een beautifull day George. George is al een tijdje op reis. Nee, hij slaapt niet in een 20 dollar kamer, maar iets meer en wijst naar de accommodatie er naast. De luxe bungalows van de Italianen. 300 euro per nacht. Of we zin hebben in een 'sunset drink'. Sorry George. Wij zijn druk. Hebben nog zo'n vijftig foto's weg te geven vandaag.

Met de printjes lopen we dezelfde route als gisteren. Weer is de verrassing groot en komen overal nieuwe kinderen vandaan die ook een foto willen. Ze springen voor de camera en denken dat de foto er direct uit komt rollen. Want waar moeten die foto's anders vandaan komen? Weer proberen we met handen en voeten duidelijk te maken, dat dit morgen wordt. Van de monniken hebben we de teamfoto geprint. Onderweg komen we een oudere monnik tegen die gebaart dat er mee moeten lopen. Ze zijn aan het einde van de straat de geluidsinstallatie aan het opruimen, waarmee ze aan de weg geld inzamelen voor het klooster. Ieder vervoermiddel wordt aangehouden en gevraagd om een bijdrage en iedereen doet dit braaf. Ze moeten keihard lachen om de voetbal foto en vinden het helemaal geweldig. We helpen ze met opruimen. Terwijl de een de versterker tilt, de ander de bloemen, sjouw ik met de twee meter hoge bamboe vlag. Het dorp moet lachen. De monniken ook. De foto wordt naar de oppermonnik gebracht, die direct organiseert dat nu de hele bende met hem en de oranje voetbal op de foto moet. Het is een prachtig statieportret. Buiten zijn de jongens helemaal door het dolle. Ze willen allemaal op de foto en gaan zelfs op hun hoofd staan en breakdancen. Het zijn eigenlijk maar gewone, kleine jongetjes, die waarschijnlijk ook het liefst rondrennen in een angrybird t-shirt. In het straatje met de armoedige huisjes, barst de chaos los. We staan tussen de kinderen en de vrouwen, die allemaal tegelijk hun foto willen of juist nog niet geweest zijn. We proberen de boel enigszins te organiseren en te voorkomen dat sommigen voor de tweede keer op de foto gaan. Op de valreep komt er nog een oude vrouw uit haar huisje. Ze heeft een gescheurde en vergeelde foto en wijst op een jongetje. We begrijpen er uit dat hij nog slaapt en ze heel graag een nieuwe foto wil. Morgen...

We zijn bijna door onze foto's heen, maar hebben nog wel wat sponsorgeld over voor onze nieuwe actie. We gaan naar de markt om nieuwe kleren te kopen voor de strandkinderen. Geld doneren heeft geen zin, want de kans is groot dat pa het opzuipt. Aangezien de meesten al een week in hetzelfde shirt lopen, lijkt ons dit een goede besteding. De markt in Tantwe is zo'n 45 minuten rijden met de lokale tuktuk. Onze medepassagiers gaan ook naar de markt, dus alle manden zijn nog leeg. Met onze drie woorden Birmees zetten we de hele tuktuk op stelten. De markt is zoals iedere markt in Azië. Een mengelmoes van geuren, kleuren en geluiden. Het handelswaar ligt op de grond. Wij gaan op zoek naar de berenpyama. Waren we vorig jaar nog tegen deze trend, lijken ons dit jaar de fleecepakjes een uitstekend kado. De stapel kleding bestaat uit broekjes en vestjes. De kunst is hieruit het juiste broekje bij het juiste vestje te zoeken. Het is een behoorlijke puzzel met alle angrybirds, beren, konijnen en hondjes. We kopen 25 setjes en zijn heel blij met deze aanschaf. Voor de oudere jongetjes willen we t-shirts. Een moeilijke opgaaf, vooral omdat de prijzen extreem hoog zijn. Alle kleding wordt geïmporteerd uit Thailand en China. Voor de meiden is t lastig, omdat het truttigheids- en roesjesgehalte vrij hoog is. Uiteindelijk gaan we met een tas vol bloesjes, pyjama's, shirts en mutsen weer terug in de tuktuk, die met alle gekochte marktwaar propvol zit. De man tegenover Anemoon spreekt een beetje Engels en vertaalt voor zijn buurman, want wat hebben we nu eigenlijk gekocht? De man zit bijna kwijlend Anemoon aan te staren. Terwijl de tuktuk langzaam leegloopt (heel fijn, want ik kan nauwelijks bewegen) hobbelen wij door tot het einde. We zitten nog met z'n vieren in het ding. De vrouw tegenover mij, heeft stapels longhi's ingeslagen. Ze besluit ineens naast me te komen zitten. Terwijl de hele tuktuk leeg is, zit zij bijna bij mij op schoot. Alsof het de normaalste zaak is van de wereld, legt ze haar hand op mijn knie. Ik zeg tegen Anemoon, dat de vrouw naast me wel erg handtastelijk is, en zij moet keihard lachen. Ondertussen aait ze m'n knie en gaat haar hand via mijn rug langs mijn schouder om zich zogenaamd goed beet te kunnen houden. Als dit in Nederland was gebeurd, had ik het mens allang een hijs verkocht, maar schijnbaar is mijn tolerantie vermogen hier een stuk hoger. Ik ben heel blij wanneer ik op mijn bestemming ben. Nog een klein obstakel; m'n tassen liggen onder de kont van de vrouw en ik weiger tussen haar benen te graaien. Anemoon neemt deze ondankbare taak van mij over en zwaaien de tuktuk gedag.

Nu ons fotomagazijn vrijwel leeg is, laden we het vol met kleding. De tassen met berenpyjama's verdwijnen onder het bed. Met de laatste stapel foto's gaan we richting strand. De kinderen kennen ons allemaal. Vanachter iedere palmboom horen we Annaaaah, Yboeeeeeeh (Yvon is te moeilijk). Voor we het weten zijn we weer omringd door dertig kinderen en zijn de foto's in record tijd verdwenen. In een straatje zien we een oude vrouw op de grond zitten. Ze kan niet lopen en beweegt zich voort met haar armen. Terwijl ze op één stukje karton zit, legt ze het andere stukje karton voor zich. Met haar armen drukt ze zich omhoog naar het volgende kartonnetje. Dag in dag uit gaat ze zo het straatje door. Geld geven heeft geen zin. In de gehele omgeving is geen rolstoel te verkrijgen. Een kilometer verderop liggen de vijftigtinten grijs op hun zachte strandbedjes voor hun vijfsterren resort. De kwallen en zakken genieten van hun welverdiende vakantie, voor 300 dollar per nacht, terwijl het gemiddelde inkomen hier één euro per dag is. Het hele dorp zit zonder stroom, terwijl 's avonds en 's nachts de stilte wordt verstoord door de draaiende generatoren, die alle accommodaties van stroom moeten voorzien. De vrouw heeft slechts twee stukken karton, maar lacht en vervolgt vrolijk haar weg.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Yvonne

Een enkele reis Azie alsjeblieft... Baan opgezegd, spullen gepakt en op naar het avontuur. Hoe lang? Geen idee. Vertrek? 1 november Start bestemming? Oost India. Route? Onbekend.

Actief sinds 06 Sept. 2011
Verslag gelezen: 1338
Totaal aantal bezoekers 61369

Voorgaande reizen:

03 November 2014 - 18 November 2014

Myaphoto part IV

29 December 2012 - 23 Januari 2013

Myanmar part II

01 November 2011 - 30 November -0001

Van curry tot sate

Landen bezocht: