Het truckerscafé
Blijf op de hoogte en volg Yvonne
13 November 2014 | Myanmar, Daingwunkwin
Alle bussen tot de 10e zitten vol, door alle festivalbezoekers die terug naar huis willen. Dat verdomde festival weer. Dus zitten we tot de 10e vast in Nuang Shwe. Op zich geen straf met de bananenpannekoeken en tealeafsalad van Htoo Htoo Aung en de pizza's van Mr Cook. En een mooie gelegenheid voor de start van het fotoproject. Dus op de fiets, dwars door de rijst- en suikerriet velden op zoek naar een leuk dorp. Niemand heeft verteld dat het een uur fietsen is en nogal veel bergopwaarts. Het voordeel hiervan is dan weer de terugweg. Het dorp is een onduidelijk verhaal. Onderweg worden we verschillende keren aangesproken door bootmannen, die ons maar al te graag naar de andere kant willen varen. Volgens hen ligt t dorp dus precies bij de boot. We zetten her en der wat kinderen op de foto en worden uitgenodigd voor een kopje thee. Bij wat research blijkt het dorp wat we zoeken, nog een paar kilometer verderop te liggen, dus we bedanken voor de thee, beloven morgen terug te komen en springen weer op de fiets. Het hele dorp lijkt verlaten. Ondanks dat het weekend is, is er geen kind te bekennen. Tot we onze fietsen parkeren en er stiekum een paar ogen onze kant op gluren. De dapperste van het stel komt toch even polshoogte nemen. Het is grappig waar de kinderen mee spelen: een action pop zonder benen en hoofd, een auto met 3 wielen en twee half levende libellen, die ze in een mini arena van stenen elkaar te lijf laten gaan. Voorzichtig probeer ik wat foto's. Pas als ze durven te kijken op mijn camera is het hek van de dam. Dan zitten ze zo'n beetje in m'n camera en klimmen op m'n rug.
De terugweg valt inderdaad reuze mee. We stoppen nog even bij het 'truckers' café, waar een handje vol Birmezen, vanuit werk op weg naar huis, het op een zuipen heeft gezet. De eigenaar van deze bamboe tent met plastic afdakje en inrichting, vindt ons bezoek maar wat prachtig. Zijn tanden zijn roodgekleurd door de beetlenut. Blijft een smerig goedje waar ze de hele dag op kauwen, om maar niet te spreken over de rode kwaaiers, die ze op straat uitspugen. De cafébaas stuurt één van de gasten op een brommer erop uit om een blikje bier voor pa te scoren. Helaas komt hij met lege handen terug. Er is wel whisky, rum
of een grote fles bier. Nou, doe dan maar thee. We moeten ook nog terug. Met een paar woorden Birmees hebben we hele gesprekken, met de foto's op m'n telefoon, verduidelijk ik m'n verhaal. Het hele café luistert mee. We krijgen hapjes, er worden foto's gemaakt en op verzoek nog één extra met mij en de cafébaas. Hij is blij. We beloven morgen terug te komen en racen in volle vaart, bergafwaarts naar het guesthouse.