Toveren met foto's - Reisverslag uit Naypyidaw, Myanmar van Yvonne Dijk - WaarBenJij.nu Toveren met foto's - Reisverslag uit Naypyidaw, Myanmar van Yvonne Dijk - WaarBenJij.nu

Toveren met foto's

Door: Yvonne

Blijf op de hoogte en volg Yvonne

10 Januari 2012 | Myanmar, Naypyidaw

Om 7 uur gaat mijn biologische wekker. Het is tenslotte een werkdag. Voor het ontbijt worden de laatste printjes gemaakt. Om de hoeveelheid foto's goed vast te leggen, maken we een overzichtsfoto van alle 220 exemplaren. De betonnen vloer ligt bezaaid met lachende gezichten. Onder het genot van een kopje thee en een ommeletje, wordt de achterzijde van de laatste foto's voorzien van het bekende tekeningetje en ons email adres. Net op het moment dat we nog 10 foto's moeten lamineren, valt de stroom uit. Het hele dorp zit zonder en het is natuurlijk de vraag voor hoe lang. Het lamineerapparaat moet dus maar mee naar het weeshuis, in de hoop dat ze ons daar van stroom kunnen voorzien. Voordat we vertrekken, nemen we afscheid van Dough en Anna. Ondanks dat we vanaf moment 1 anti-Anna waren, zijn we toch van dit stel gaan houden. Ze hebben ons in ieder geval een hoop lol bezorgd en we zullen haar accent zeker gaan missen.

De weg tussen de suikerrietplantages, naar het weeshuis kennen we inmiddels blindelings. Iedere hobbel en ieder gat, elk bruggetje en losse plank. Natuurlijk zijn we weer te laat vertrokken, waardoor we behoorlijk door moeten trappen. Een huilend, schattig jongetje onderweg, zorgt voor nog meer vertraging. We troosten hem
met een zonnebrilletje en z'n krokodillentranen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Om 11.15 uur komen we aan bij het weeshuis. Minglaba! De meiden stormen op ons af om ons te begroeten, allemaal heel nieuwsgierig naar de foto's. Na het gebruikelijke kopje thee, de verse papaya en een koekje, worden meegenomen naar het leslokaal, waar alle meiden op ons zitten te wachten. Een voor een roept Sue ze naar voren en nemen ze de foto in ontvangst. Vol verwondering bekijken ze het resultaat. En natuurlijk wordt er vergeleken. De foto's gaan van de een naar de ander en allemaal zijn ze super enthousiast. Voor velen is dit de eerste foto die ze hebben. Wij kunnen ons dit nauwelijks voorstellen. Ondanks onze chaos, hebben alle meiden (op één na, maar zij was er niet) een foto. Een enkeling heeft maar één exemplaar, dus voor deze drie meiden maken we er nog snel even een, die we vanavond zullen printen.

De laatste paar foto's moeten we nog lamineren. Hiervoor moet de complete aggregaat worden aangeslingerd. Ook de paar computers die ze hebben staan, werken alleen op deze manier. We zien zelfs koptelefoons en materiaal voor luisteroefeningen Engels, maar met het lawaai van de aggregaat is dit onbruikbaar.

Na het uitdelen van de foto's in het jongensweeshuis, fietsen we terug. Onderweg, vlakbij het dorp, stoppen we met onze fiets in een stoffig zijstraatje, waar kinderen lekker aan het vliegeren zijn. Het is een heel spel, waarbij ze elkaar uit de lucht proberen te halen. In iedere boom, in iedere elektriciteitskabel, op ieder dak, overal zie je vliegers. De kinderen willen maar al te graag op de foto. Ze verdringen zich weer voor het kleine digitale schermpje en hebben geen idee dat wij over een uurtje terug zullen zijn met een echte foto. Met de geprinte en geplastificeerde versie, zitten wij een uurtje later weer op de fiets. Het is inmiddels donker, dus met een zaklamp gaan we naar de kruising waar we de kinderen hebben gefotografeerd. In een klein winkeltje waar nog licht brand, vragen we waar de kinderen wonen. We zetten de fietsen langs de kant van de weg, niet op slot, en lopen in de gewezen richting. Zodra we de foto laten zien, komen overal mensen vandaan. Het kind wordt opgespoord en we worden uitgenodigd in het huisje. Onze slippers zetten we bij de rest, onderaan de trap, en gaan op blote voeten de houten trap op naar boven. De woon- annex slaapkamer, bestaat uit een houten vloer met rieten matjes, een altaar met Boeddha, en een televisie. We nemen plaats op de grond en geven de foto's aan de kinderen. Het jongetje staart een kwartier lang naar zijn evenbeeld. Hij weigert de foto los te laten en zet het op een krijsen als zijn moeder ook even wil kijken. De foto's worden aandachtig bekeken. Alsof we kunnen toveren. Na een kopje thee, moeten we echt weg, op zoek naar de andere kinderen. Het hele gezelschap gaat mee naar buiten en brengt ons naar huis nr 2. Vol verbazing komen de bewoners naar buiten, met de vraag wat deze twee vreemde blanken, die ze vanmiddag ook al zagen, nu weer voor hun deur doen. Zodra ze de foto zien is het ijs gebroken. Het betreffende kind wordt ergens vandaan getoverd, het hele dorp erbij gehaald en weer komt de thermoskan thee op tafel. Iemand wordt er op uitgestuurd om kroepoek te halen, voor bij de thee en we krijgen zelfs een zakje mee voor onderweg. Zo gaan we van huis naar huis, krijgen heerlijke petsho-tealeaf salade (een soort geroosterde tuinboon), maken vrienden voor het leven, wisselen een paar woorden Engels uit en gooien er het Birmese woord 'lade' (mooi) tussendoor, wat tot grote hilariteit leidt. De foto's worden gekoesterd voor het leven en krijgen een prominente plaats aan de muur.

Als we na lange tijd terug gaan om onze fietsjes op te halen, hebben ze deze keurig voor de dorpskroeg geplaatst om ze goed in de gaten te kunnen houden. Door alle huisbezoeken is het alweer laat en besluiten we op het laatste moment ook nog op zoek te gaan naar een longhy. Morgen zijn we uitgenodigd voor een speciaal festival, dus lijkt het ons leuk om op chique te gaan. Terwijl we ook nog even informatie opvragen over een busticket naar Bagan, komt de vrouw van het busticketkantoortje met twee longhy's aanzetten. Het buskaartje kopen we nog even niet, de longhy's wel.

De volgende ochtend, trekken we, met behulp van het meisje uit t guesthouse, onze nieuwe aanschaf aan. We worden weer opgehaald en op weg naar de boot zien we iedereen lachen. We zien er vast belachelijk uit, maar hebben in ieder geval ons best gedaan. Om 7.30 uur zitten we weer in het bootje en pikken bij het weeshuis Sue op en 6 kleine meisjes. Allemaal hebben ze een tasje mee alsof ze op schoolreis gaan. Wij hebben geen flauw idee waar we naar toe gaan en hoe ver het is. Wel wordt er gevraagd of we onze paspoorten bij ons hebben. Schijnbaar gaan we naar een afgesloten gebied, waar een speciale permit voor nodig is. Na een uur varen denken we dat we er zijn, maar dit is de plek waar de permit aangevraagd moet worden en krijgen we een lokale gids mee. Vervolgens vertrekken we helemaal richting zuiden, met het volle bootje, dwars door het spiegelgladde water, tussen dorpjes en het groen door. Het is nog eens drie uur varen voordat we uiteindelijk de eindbestemming bereiken. Het is een drukte van belang. Voor dit festival komen alle mensen uit de omliggende dorpen naar het klooster om te offeren aan de monniken. Tegelijkertijd is er een soort van festival met muziek, sport en een markt. Wij zijn weer een bezienswaardigheid op zich. In dit afgelegen oord is geen toerist te bekennen.

De monniken van het klooster hebben hier een weeshuis voor 100 kinderen. De omstandigheden zijn duidelijk minder dan het andere weeshuis. Kinderen slapen naast elkaar op de grond en bij gebrek aan ruimte zelfs in de school. We worden uitgenodigd door het hoofd van het klooster. De vriendelijke man zit voor het altaar en Sue en de kinderen knielen eerbiedig voor deze monnik. Achter hem liggen stapels fruit en lekkernijen. Allemaal offers van de dorpelingen. Vervolgens gaan alle offers naar de twee blanke toeristen, die moeite hebben om alle avocado's, mandarijnen en zoetigheid weg te krijgen. Ondertussen vraagt de monnik ons het hemd van ons lijf. Hij wil alles weten over onze economie, onderwijs en het land. Wanneer we hem uitleggen dat het onder zeeniveau ligt, wil hij precies weten hoe we dat dan doen. De rest van de bezoekers zit aandachtig naar ons te luisteren. Met open mond en vol aandacht, horen ze hoe Sue alles vertaalt in het Birmees. Het is alsof we een zeer spannend sprookje zitten te vertellen. Ook wil de monnik weten of de vrouwen in Nederland borstvoeding geven. Hij vindt dat zelf heel belangrijk. Bijna twee uur praten we met deze intellectuele man over dagelijkse dingen. Dingen die voor ons heel normaal zijn, maar waar hij geen weet van heeft. Informatie die voor hem alleen toegankelijk is middels toeristen die deze plaats maar zelden bezoeken. Hij hoopt dat de situatie in de toekomst zal veranderen, zodat toeristen ook de mogelijkheid hebben om in zijn klooster te overnachten, zodat hij Engels kan leren en meer kan leren over de rest van de wereld. We bedanken de monnik voor zijn tijd, doen nog een donatie voor het weeshuis en nemen een kijkje bij de offerceremonie. Rijen mensen staan opgesteld met grote zakken rijst en een lange stoet monniken uit de gehele omgeving passeert de mensenmassa en wacht geduldig tot de mensen rijst offeren in de speciaal daarvoor bestemde schaal die ze dragen. Het is een fascinerend gezicht.
Om 15.30 gaan we weer aan boord. De meisjes zingen het ene liedje na het andere en zelfs Justin Bieber passeert de regie. Onze kapitein neemt de verkeerde route tussen de waterplanten en komt met z'n schroef vast te zitten in een visnet. Daar zitten we dan, met zes kleine meisjes, midden ergens op het meer, met een vastgelopen boot. De kapitein vraagt of we een schaar bij ons hebben, maar niemand heeft iets om het net mee los te maken, dus moet de kapitein uit de boot en lopend door het ondiepe water op zoek naar een schaar. Wonder boven wonder komt hij redelijk snel terug en is het probleem verholpen. De zon gaat langzaam achter de bergen, het wordt kouder en snel donker. Dan raakt de motor over verhit en kunnen we alleen nog roeiend verder. Gelukkig zijn we in de buurt van de weverij en na 20 minuten dobberen, kunnen we daar in het donker van boot wisselen. De kapitein heeft een grote zaklamp en we vervolgen onze tocht bij volle maan. De eerste 10 minuten is het nog sprookjesachtig en idyllisch, daarna wordt het koud en saai. In het donker is niets te zien, helemaal niets. We geven de kinderen onze dekens, waar ze lekker onderkruipen en vervolgens een voor een aan m'n voeten in slaap vallen. De afslag naar Mine Touk is overdag al een prestatie, 's avonds is het onderscheid tussen land en waterplant nauwelijks te zien. Met de zaklamp speuren we naar herkenning. Hij gokt verkeerd en we lopen vast. We peddelen de boot weer terug in de vaarroute en proberen het een stukje verder nogmaals, dit keer met meer succes. We gooien het hele gezelschap af en moeten zelf nog een half uur verder varen. Totaal verkleumd en verrot komen we aan en zijn heel blij met een warme douche.

Om 8.00 uur zitten we alweer aan het ontbijt bij U Tet Tun thuis. Na een dag als gisteren nog steeds moe en zeker geen trek in een uitgebreid Birmees ontbijt. Gelukkig worden de noedels overgeslagen en hebben we wat kleine snackjes van de markt.

Met de U Tet Tun, zijn vrouw, Sue en de vrouw van het jongensweeshuis, gaan we naar Taung Ghi, de hoofdstad van de provincie. Dit keer in een minibusje, een uur rijden hier vandaan. In het tehuis wat we bezoeken, wonen 184 gehandicapten, die liefdevol worden verzorgd door 12 nonnetjes en 30 vrijwilligers. Een non van 77 jaar oud leidt ons rond. Met minimale faciliteiten proberen ze er het beste van te maken. We zien en horen veel schrijnende gevallen. Een jongen zit opgesloten in een kooi, omdat hij anders wegloopt. Iemand bonkt de hele dag zijn hoofd tegen een muur. De non is bang dat hij dood gaat. Er zijn ook veel doofstomme bewoners, die heel veel kunnen doen in het tehuis. Alle leeftijden, van 3 maanden tot 90 jaar, en alle 'niveaus', zijn vertegenwoordigt. De een helpt de ander. Met de middelen die ze hebben, verlenen ze een soort fysiotherapie. Met blokjes proberen ze de motoriek te verbeteren. Het is enorm indrukwekkend om te zien hoe deze nonnetjes voor zoveel mensen zorgen.

Het bezoekje aan het tehuis hakt er bij ons behoorlijk in. De Nederlandse stichting overweegt ook dit tehuis bij te staan met financiële middelen. Graag wilden ze hierover ook onze mening. Het antwoord lijkt me duidelijk.

Middenin het centrum stoppen we. De wekelijkse of misschien wel maandelijkse inkopen moeten worden gedaan. Het busje rijdt nu toch, dus kan dit gelijk gecombineerd worden. Anemoon en ik zijn verre van in de stemming om te shoppen. We zitten er behoorlijk doorheen en ploffen neer op een plastic krukje op de markt. De dames gaan uitgebreid in discussie over welke thermoskan het mooist is, gaan op zoek naar leuke schaaltjes voor het fruit uit de tuin en een bijpassend vaasje. Na een uur hebben ze zo'n beetje de hele winkel opgekocht, van serviesgoed tot wasmiddel en kleding en loop ik met vijf zwabbers terug naar het busje. Ze hebben nu het idee gekregen dat ze ons mee moeten nemen voor lunch, maar we zijn echt op. Kunnen gewoon niet meer en vragen of ze ons alsjeblieft willen afzetten bij het guesthouse. Vandaag is onze laatste dag, omdat we morgen naar Bagan vliegen, dus het afscheid op de oprit is vreemd. We hebben toch een bijzondere tijd gehad. Het zit ons beiden niet lekker en na een korte powernap besluiten we met onze camera's het dorp weer in te gaan, om wat vrolijke kinderen op de gevoelige plaat vast te leggen. We klikken er weer zo'n veertig en lopen met een voldaan gevoel terug. Onderweg komen we Sue tegen op de scooter. Ze is twee keer langs het guesthouse gereden om ons te zoeken. Ze heeft er een kadootje achtergelaten. Schijnbaar had ze hetzelfde nare gevoel en we spreken af dat we morgenochtend nog voor de kinderen naar school gaan afscheid komen nemen. Omdat wij zelf als toerist geen scooter mogen rijden en fietsen te ver is, worden we opgehaald. We zijn blij met dit bericht en gaan vrolijk aan de slag met het printen van de 40 dorpskinderen. Een Nederlands meisje komt een kijkje nemen in ons 'kantoor'. Het is natuurlijk alweer pikdonker als we klaar zijn en met z'n drieën op de fiets stappen. Gewapend met zaklamp, op zoek naar zo'n veertig kinderen. Al bij de eerste foto is het raak. We moeten naar binnen en ontkomen niet aan een kopje thee en een koekje. Het huis is volledig donker op de tv na. De karaoke dvd verlicht de kamer. Vijf huizen en drie liter thee verder, zijn we op een paar na alle foto's kwijt. De gezichtjes van de kinderen, wanneer ze hun eigen foto zien, zijn onbeschrijflijk. Echt meer voldoening kun je niet krijgen! Het is die paar uur printen meer dan waard. Moe maar voldaan kunnen we weer terug kijken op een super dag.

De laatste dag zitten we om 6.30 zonder ontbijt achterop de motor richting weeshuis. Het is koud, en m'n blote voeten zijn gevoelloos als ik afstap. Alle kinderen zitten in de zaal op ons te wachten. Wij nemen plaats op het bankje ervoor. Aangezien we niet precies begrijpen wat er van ons verwacht wordt, zitten we er een beetje ongemakkelijk bij. Dan staan de kinderen een voor een op en vertellen hoe blij ze zijn met de foto's. U Tet Tun leest ons nog even een belangrijke boeddhistische les, over innerlijke vijanden en vijanden buiten jezelf (je kinderen, dieven en de overheid?) en halverwege z'n preek gaat z'n mobieltje. Hij neemt rustig zijn telefoon op en gaat vervolgens weer verder met waar hij gebleven was. Als we iedereen hebben bedankt, maken we nog een groepsfoto van alle kinderen en de staf en zwaaien ze vervolgens uit. De kinderen gaan naar school en voor ons zit het project erop. Terug op de scooter denk ik aan de super mooie dagen die we hier hebben gehad. Ik kom hier zeker terug.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Yvonne

Een enkele reis Azie alsjeblieft... Baan opgezegd, spullen gepakt en op naar het avontuur. Hoe lang? Geen idee. Vertrek? 1 november Start bestemming? Oost India. Route? Onbekend.

Actief sinds 06 Sept. 2011
Verslag gelezen: 222
Totaal aantal bezoekers 61403

Voorgaande reizen:

03 November 2014 - 18 November 2014

Myaphoto part IV

29 December 2012 - 23 Januari 2013

Myanmar part II

01 November 2011 - 30 November -0001

Van curry tot sate

Landen bezocht: